116 3.
MEVROUW.
O Neerland's taal, wat breng je me toch dikwijls i n het nauw! r Ik weet zoo dikwijls niet, hoe 't zijn moet: „juffrouw," of „mevrouw. Belastingdruk bezwaart me. Ja. Maar als ik 't wel beschouw, Dan heb ik 't pog veel meer te kwaad met juffrouw-of-mevrouw. Vaak grijpt de weifelings-harpij mij aan met krommen klauw, Wanneer 'k maar niet besluiten kan: is 't „juffrouw, of „mevrouw. En als ik noch absurd wou doen, noch iemand krenken wou, Dan bromde ik maar zoo'n zoemgeluid, half „juffrouw", half „mevrouw. In winkels, vroeger, wist je zeker wat je zeggen zou: De dikke dame, die bediende, was gewoon .juffrouw"; Maar i n zoo'n deftig magazijn, waar, trotscher dan een pauw, De statige patrone stapt, zeg ik gedwee, „mevrouw." Potgieter's herbergierster, blond van haar, van oogen blauw, ,Het Weeuwtje van het Hof van Holland," heette nog Juffrouw". Maar d' eigenaresse van 't hotel, dat weeldrige gebouw, A l is 't ook i n den Achterhoek — noem die gerust „mevrouw!" Mijn juffrouw's dochter is getrouwd, en wat gebeurt er nou? Ze stuurt haar meid, die zegt: „Juffrouw, een boodschap van „mevrouw! De Franschman, Duitscher en de Brit die blijven zich getrouw, En noemen haar, die 't trouwjuk torst „Mrs.", „Madame," en „Frau," Die kennen niet de kwellingen van wroeging en berouw, Als wij, wanneer we „juffrouw" zeiden tegen een „mevrouw." Bij twijfel — nou, in 't donker zijn toch alle katjes grauw! Bij twijfel of ze 'n ega heeft, dan zeg je maar „mevrouw." 't Is anders nu. We zijn niet meer zoo vrij met „je" en „jou", Laat ons dan ook zoo bang niet zijn voor 't hoffelijk woord „mevrouw!" Want wie zich een „mevrouw" gevoelt, voelt „juffrouw" als een knauw; Hoe menige „mevrouw" heb j ' al beleedigd met „juffrouw!" Ja, op het punt van 't „gek figuur" zijn ook wij, helden,' flauw: O, goden! 't was een „juffrouw" en ik heb gezegd: „mevrouw!" Op, patriotten! dapper zijn — niet aarzien, laf en lauw, De juffrouw" zij gepromoveerd — cum laude — tot „mevrouw! DusJans, het vischwijf, Sien, de badnimf — och het went zoo gauw! De krantverkoopster, enzoovoorts... allo-dan-maar...: „Mevrouw!' Verander dus van koers. Keer om. Verman je — do it now! Noem iedere getrouwde vrouw met mannenmoed: „Mevrouw!